
Mobiliteitstransitie in de praktijk: deelmobiliteit binnen Goedopweg
De regio Utrecht staat voor grote uitdagingen op het gebied van mobiliteit. Het programma Goedopweg, een samenwerking tussen de provincie Utrecht, de gemeenten Utrecht en Amersfoort, samenwerkende regio’s U10, Rijkswaterstaat en het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat, heeft als doel de regio Utrecht leefbaarder en beter bereikbaar te maken. “Door de voortdurende groei en verstedelijking is het steeds belangrijker om duurzame alternatieven voor de auto te bieden. Deelmobiliteit speelt hierbij een cruciale rol”, vertelt Menno Bloem, programmamanager bij DHM.
Menno ziet de mobiliteitstransitie als een noodzakelijke stap voor de toekomst: “We moeten de autoafhankelijkheid verminderen en mensen stimuleren om op andere manieren te reizen. Door deelmobiliteit op te schalen, creëren we alternatieven die niet alleen duurzamer zijn, maar ook ruimte besparen.” Dit programma draagt bij aan de bredere mobiliteitstransitie door mensen toegang te geven tot deelauto’s, deel(bak)fietsen en deelscooters, waardoor de druk op wegen vermindert en de leefbaarheid van de regio toeneemt. De grootste ontwikkelingen in de sector ziet Menno vooral in de toenemende noodzaak om ruimte efficiënter te benutten.
Deelmobiliteit aantrekkelijk maken
DHM draagt actief bij aan mobiliteitsoplossingen. Zo ook in de regio Utrecht, waarbij Menno als programmamanager bij Goedopweg verantwoordelijk is voor het deelprogramma Deelmobiliteit, Hubs & Mobility as a Service (MaaS). Het doel is om deelmobiliteit op te schalen, vooral in regio’s waar het financieel minder aantrekkelijk of haalbaar is voor bedrijven om diensten zoals deelauto's en deelfietsen aan te bieden.
“We brengen gemeenten samen om de vraag naar deelmobiliteit te bundelen, waardoor het voor aanbieders aantrekkelijker wordt om hun diensten aan te bieden.”
Er ligt tevens een plan klaar om deelfietsen en deelscooters op grotere schaal uit te rollen, ook buiten de grote steden. “Wat dit plan uniek maakt, is dat de overheid financieel bijdraagt, wat de toegang tot deelmobiliteit vergroot en duurzaam reizen stimuleert. Door lagere tarieven wordt het aantrekkelijker om bijvoorbeeld van Nieuwegein naar Utrecht te fietsen in plaats van de auto te nemen. Dit vermindert de auto-afhankelijkheid en maakt het openbaar vervoer een interessanter alternatief, vooral van en naar bedrijventerreinen waar de ‘first and last mile’ met deelfietsen beter georganiseerd wordt.” Hoewel er nog bestuurlijke goedkeuring nodig is, ziet Menno dit plan als een belangrijke stap in de goede richting.
Hoe breng je een uitdagend vraagstuk van plan naar executie? Download het door DHM ontwikkelde SAM-model en ga zelf aan de slag:
Programmamanager en verbinder
Menno’s werk als programmamanager is veelzijdig en uitdagend. Zo leidt hij niet alleen zijn team, maar zorgt hij er ook voor dat alle betrokkenen – van gemeenten tot aanbieders – effectief samenwerken om duurzame mobiliteitsoplossingen te realiseren. Een groot deel van zijn tijd besteedt hij dan ook aan stakeholdermanagement, waarbij hij nauw samenwerkt met gemeenten en de provincie Utrecht om de verschillende programma's op elkaar af te stemmen en betrokkenen te activeren.
“Het leggen van verbindingen tussen partijen is een van mijn belangrijkste taken. Het is mijn taak om partijen samen te brengen en ervoor te zorgen dat we met elkaar naar een plan komen dat past bij alle betrokkenen.”
Overtuigen en creatieve oplossingen bedenken
De grootste uitdaging ziet Menno in het overtuigen van partijen om stappen te zetten, zelfs wanneer er nog geen duidelijk beleid is. “Soms moet je partijen uit hun comfortzone halen en laten zien dat het ook zonder volledig uitgewerkt beleid mogelijk is om vooruitgang te boeken.” Het jaar 2026, bekend als het ‘ravijnjaar’, vormt een grote uitdaging voor gemeenten vanwege de verwachte bezuinigingen vanuit de rijksoverheid. Voor veel gemeenten betekent dit dat ze met aanzienlijk minder budget moeten werken, juist op het moment dat de plannen moeten worden gerealiseerd voor de grootschalige uitrol van deelmobiliteit.
“Dit vraagt om creatief denken. Als het niet linksom kan, dan proberen we het rechtsom. Soms betekent dat ook het bijstellen van ambities, afhankelijk van de beschikbare middelen.”
Menno's taak is om overtuigend het belang van investeringen in leefbaarheid en mobiliteit duidelijk te maken, zodat deze plannen ondanks de financiële uitdagingen toch doorgang kunnen vinden.
Impact maken met duurzaam mobiliteitsbeleid
Menno werkt inmiddels vier jaar voor DHM en is direct vanaf het begin betrokken geweest bij mobiliteitsprojecten. Opgeleid als civiel ingenieur heeft hij altijd een fascinatie gehad voor alles met wielen. Om impact te kunnen maken besloot hij een aantal jaren geleden zijn carrière een nieuwe wending te geven en zich te richten op duurzaamheid en mobiliteit. Als zelfstandig consultant hielp hij bedrijven hun mobiliteitsbeleid te verduurzamen. Uiteindelijk vond hij zijn weg naar DHM en richtte hij zich op het realiseren van duurzame oplossingen voor onze business partners, zoals het opschalen van deelmobiliteit. Zijn persoonlijke motivatie haalt hij uit de zichtbare impact van zijn werk.
“Ik woon zelf in Utrecht en als ik zie dat er door onze inspanningen nieuwe deelvoertuigen op straat verschijnen die ook daadwerkelijk gebruikt worden, dan weet ik dat we het verschil maken.”
De ene keer werk je als omgevingsmanager aan de renovatie of vernieuwing van een fietstunnel in Noord-Holland. De andere keer ben je procesbegeleider voor de herinrichting van een landelijk gebied in een provincie. De opdracht verschilt steeds, wat het werk erg interessant maakt. Bart Henzen vertelt over het samenspel in projectmanagement bij DHM: