Capaciteitsverruiming bij HTM: ruime en langere trams voor een leefbare stad
De Haagse regio bereidt zich voor op een flinke groei in het aantal reizigers. Om het openbaar vervoer toegankelijk en comfortabel te houden, werkt vervoerder HTM samen met de gemeente Den Haag en andere partijen aan verschillende projecten die de capaciteit vergroten en de reiservaring verbeteren. Twee projecten, geleid door projectmanagers van DHM Hugo de Haes en Arnold Vissers, illustreren hoe complexe uitdagingen worden omgezet in praktische oplossingen.
Gekoppeld rijden: slimme kortetermijnoplossing
Een van deze projecten is ‘Gekoppeld rijden’ waarmee wordt ingespeeld op de acute behoefte aan extra capaciteit op drukke tramlijnen. Door trams te koppelen, kunnen meer reizigers per rit vervoerd worden. Een efficiënte maatregel, maar niet zonder uitdagingen. Projectmanager Hugo de Haes licht toe:
“In sommige delen van Den Haag kan de frequentie van trams niet omhoog door infrastructuurbeperkingen. Gekoppeld rijden is dan de beste optie, maar vraagt ook om aanpassingen zoals langere perrons.”
De verlenging van perrons heeft invloed op de openbare ruimte, zoals parkeerplaatsen en bomen. Dit ligt gevoelig in een groene stad als Den Haag. Het vereist intensieve participatie en zorgvuldig draagvlak creëren. Samenwerking tussen HTM, de gemeente Den Haag, maar ook de Metropoolregio Rotterdam Den Haag (MRDH) is daarbij van groot belang. In de studiefase waarin het project zich nog bevindt, spelen technische studies, uitgebreide kostenanalyses en betrokkenheid van bewoners allemaal een rol in de haalbaarheid van het project.
“In de studiefase gaat het vooral om het organiseren van de juiste beslissingsinformatie. Dat betekent afstemmen met alle betrokken partijen, van de gemeente tot externe bureaus.”
Hugo benadrukt het belang van samenwerking, vooral waar projecten elkaar overlappen: “Door bijvoorbeeld wegen en perrons gelijktijdig aan te pakken met andere geplande werkzaamheden, besparen we kosten en minimaliseren we hinder voor bewoners.” Het project heeft een strakke planning: in 2028 moeten de eerste gekoppelde trams gaan rijden.
Hugo de Haes en Arnold Vissers
Capaciteitsverruiming: Instroom nieuwe trams Haagse regio
Een ander belangrijk project is het INTHR-programma (Instroom Nieuwe Trams Haagse Regio), dat oudere trams vervangt door modernere, ruimere voertuigen met een lage instap. De nieuwe trams maken het openbaar vervoer toegankelijker voor iedereen, van mensen met een rolstoel tot gezinnen met kinderwagens. Dit is een belangrijke stap naar een stad waarin iedereen comfortabel kan reizen. Projectmanager Arnold Vissers legt uit hoe het aanpassen van de infrastructuur een grote uitdaging vormt:
“De ruimere trams vragen meer ruimte tussen de sporen, vooral in smalle straten waar ruimte schaars is. Hier moet je belangen balanceren tussen parkeren, groen en de prioriteit die Den Haag geeft aan voetgangers en fietsers boven auto’s.”
Bepaalde keuzes zorgen soms voor spanningen met bewoners, die in participatietrajecten actief worden betrokken om gezamenlijk oplossingen te vinden. Volgens Arnold is het vooral een proces van luisteren en uitleggen. “We willen draagvlak creëren door te laten zien hoe deze aanpassingen bijdragen aan een duurzamere stad.”
“Het is bijzonder om aan projecten te werken die impact hebben op je eigen stad. Je ziet het verschil dat je maakt, niet alleen vandaag, maar ook voor de komende generaties.”
Politieke invloed en de factor tijd
De gemeente Den Haag en HTM werken nauw samen aan het ontwerpproces. Terwijl de gemeente zich richt op de integratie in de openbare ruimte, neemt HTM de technische uitwerking van de trams en haltes voor haar rekening. Een strak afgestemde samenwerking zorgt ervoor dat beide partijen de gestelde doelen bereiken. Arnold: “Besluitvorming kan ook vertragen door verschuivende prioriteiten, maar bijvoorbeeld ook de NAVO-top die volgend jaar in de stad plaatsvindt. Dan staat alles stil. Maar het einddoel blijft helder: een toekomstbestendig openbaar vervoer dat bijdraagt aan een duurzamere stad.”
“Het is niet alleen technisch uitdagend, maar ook een kwestie van slim samenwerken en politiek aanvoelen. Dat maakt het werk zo interessant”, besluit Hugo. “Het kost vaak veel tijd om de neuzen dezelfde kant op te krijgen, vooral binnen een complexe organisatie zoals een gemeente. Het rijpen van ideeën, zoals ik het noem, vraagt geduld. Mensen moeten niet alleen begrijpen waarom we dit doen, maar ook bereid zijn om de impact ervan te ondersteunen. Die factor tijd speelt bij elke stap een rol.”
Nieuwsgierig wat projectmanagement bij DHM interessant en uitdagend maakt? Lees het in dit artikel. Bart Henzen vertelt over het samenspel in projectmanagement bij DHM: