De verschillen en overeenkomsten tussen de energie- en warmtetransitie.

Om het verschil en de relatie van de energie- en de warmtetransitie te begrijpen kan het helpen om terug te kijken hoe deze georganiseerd zijn. De afspraken voor deze opgaves zijn opgenomen in het Nederlandse Klimaatakkoord. Het akkoord is namelijk opgedeeld in 5 klimaattafels, te weten Elektriciteit, Gebouwde Omgeving, Industrie, Mobiliteit en Landbouw & Landgebruik. De energie- en warmtetransitie hebben het meest nadrukkelijk een relatie met de “tafels” Elektriciteit en Gebouwde Omgeving.

Roelf van Till

Als we het hebben over de gebouwde omgeving, gaat dat over alle gebouwen in Nederland. Dat zijn zo’n 8.000.000 woningen en 1.500.000 andere gebouwen. De meeste woningen en gebouwen maken gebruik van een niet-duurzame bron voor verwarming, warm water en koken; aardgas. Het is zeer waarschijnlijk dat de alternatieve bron in de meeste gevallen elektriciteit is. Als het gaat over elektriciteit is de belangrijkste opgave om deze met duurzame bronnen op te wekken, zoals zonne- en windenergie. Ook de vragen hoe dit opgeslagen en verdeeld kan worden spelen hierbij een belangrijke rol.

Ons energiesysteem moet op de schop

Simpel gezegd, ons hele energiesysteem moet dus op de schop. Dit betekent in 2050 geen gebruik meer maken van fossiele brandstoffen, zoals aardgas, kolen en olie. In plaats daarvan maken we voor 100% gebruik van duurzame energiebronnen. De transitie naar een systeem waarbij we enkel nog gebruik maken van duurzame vormen van energie noemen we: de Energietransitie. We spreken van een transitie als het gaat om een structurele, blijvende en onomkeerbare verandering. Ook in de gebouwde omgeving maken we een soortgelijke transitie door. We gaan van een systeem waarbij voornamelijk gebruik wordt gemaakt van aardgas voor verwarming, warm water en koken naar een nieuw systeem met meer duurzame warmtebronnen. Omdat warmte een vorm van energie is, maakt de warmtetransitie dus eigenlijk onderdeel uit van de energietransitie.

Je kunt je voorstellen dat dit niet in één keer gaat. Daarom zijn er ook al doelen voor 2030 bepaald. Voor warmte geldt dat in 2030 2.500.000 woningen verduurzaamd moeten zijn en deels van het aardgas af zijn. Voor elektriciteit geldt dat 70% van onze opgewekte energie afkomstig moet zijn uit duurzame bronnen zoals zonne- en windenergie.

Verschil in aanpak

Waar de warmte- en energietransitie qua doelen en tijdslijn nog gelijk zijn, zien we het grootste verschil in de aanpak hiervan: regionaal voor de energietransitie en lokaal voor de warmtetransitie. Dat zit als volgt... Voor de energietransitie is Nederland opgedeeld in energieregio’s, waarin door verschillende gemeenten, samen met provincies, netbeheerders en waterschappen samengewerkt wordt aan Regionale Energie Strategieën. Samenwerking tussen deze partijen is enorm belangrijk bij deze opgave. Als voorbeeld kunnen we kijken naar de windmolens in Nieuwegein. Deze windmolens zijn daar geplaatst en wekken meer energie op dan alleen voor Nieuwegein. In theorie kan de energie door de hele omgeving gebruikt worden. Het nieuwe netwerk dat daarvoor nodig is, kan ook in Houten en Utrecht komen te liggen. Tevens kan het zo zijn dat de windmolens nog vanuit Vianen te zien zijn. De mensen die daar wonen en werken moeten daarvan op de hoogte worden gesteld of inspraak in hebben. Daarom werken deze partijen dus samen. Per regio wordt gekeken waar de beste plekken zijn om nieuwe energie op te wekken en hoe dit eerlijk verdeeld en georganiseerd kan worden.

De warmtetransitie is daarentegen meer lokaal georganiseerd. Gemeenten hebben hier de regierol en zijn verantwoordelijk voor de uitvoering ervan. Eén van de belangrijkste redenen hiervoor is het gevolg van de transitie. Overgaan op een nieuw warmtesysteem betekent namelijk dat er iets verandert bij mensen thuis. Als je dit zelf regelt kun je hierbij denken aan het isoleren van je woning, het aanschaffen van een elektrisch fornuis, warmtepomp en vloerverwarming. Bij een collectieve oplossing, zoals het aansluiten op een warmtenet betekent dit dat er tenminste een nieuwe (extra) installatie in je woning nodig is om de warmte de woning binnen te laten. Gemeenten hebben daarnaast het beste zicht op andere lokale ontwikkelingen. Bijvoorbeeld als een straat open moet omdat deze vernieuwd wordt, er nieuwe leidingen worden gelegd of er werkzaamheden aan het riool zijn, kan het slim zijn dat deze werkzaamheden gecombineerd kunnen worden met de aanleg van de infrastructuur voor een warmtenet. Op deze manier ondervinden omwonenden niet in korte tijd veel hinder van dit soort werkzaamheden.

Om dit alles slim te organiseren stellen gemeenten een Transitie Visie Warmte op, waarin per gebied binnen de gemeenten staat aangegeven met welke ontwikkelingen rekening wordt gehouden. Hierin wordt ook nagedacht over wat het beste warmtealternatief is per wijk, buurt, dorp of stads(deel). Vervolgens wordt dit dan weer uitgewerkt in gebiedsgerichte uitvoeringsplannen. Hoewel de gemeente de regie heeft doen ze dit niet alleen. Het maken van zo’n visiedocument en de uitvoeringsplannen doen gemeenten samen met lokale partijen, zoals energiebedrijven, netbeheerders, woning- en energiecorporaties. Ook wordt hierbij nadrukkelijk de samenwerking met bewoners opgezocht.

Alles nogmaals op rij

Samenvattend kan worden gesteld dat de verwarring tussen de warmte- en energietransitie best begrijpelijk is. Deze twee hebben zeer nadrukkelijk een relatie met elkaar en je kunt zelfs stellen dat de warmtetransitie onderdeel uitmaakt van de energietransitie. Dit betekent echter niet dat het ook hetzelfde is. Waar de opgaven qua tijdslijn nog hetzelfde zijn (2030 en 2050 als belangrijkste mijlpalen), is de wijze van organiseren om deze doelen te behalen erg verschillend. Zo is de energietransitie regionaal georganiseerd in Regionale Energie Strategieën (RES), de warmtetransitie is lokaal georganiseerd met de regierol voor gemeenten die werken aan Transitie Visie Warmte en gebiedsgerichte uitvoeringsplannen. Wat dan wel weer overeenkomt is dat niemand de individuele verantwoordelijkheid heeft. Samenwerking is essentieel in al deze processen.

Een keertje sparren over de energie- en warmtetransitie, neem dan contact op met Roelf? Klik hier voor meer informatie over Roelf.